Feiten, verhaal & vraag

Hou je feedback zoveel mogelijk bij de feiten en maak deze feiten zo concreet mogelijk. Vertel enkel wat je gezien, gehoord of ervaren hebt. Onderscheid hierbij feiten van veronderstellingen, oordeel of interpretatie. Wees precies en laat ruimte voor een reactie.

Vertel je eigen verhaal: wat doet dit met jou? Hoe voel jij je hierbij? Welke indruk geeft het jou? Breng je verhaal nooit als een onweerlegbare conclusie. Spreek alleen over je eigen gevoel, niet namens anderen.

Vraag een reactie. Vraag met oprechte interesse naar het standpunt van je gesprekspartner en gebruik hiervoor "Luisteren - Spiegelen – Doorvragen". Vraag hulp aan je gesprekspartner om jouw indruk uit te klaren en te begrijpen wat er gebeurd is.

Inhoud

Prent jezelf duidelijk in wat de inhoud van het gesprek is – maak helder waarover je het wil hebben:

• Specifieke gebeurtenis of topic
• Patroon (verschillende gebeurtenissen die zich herhalen)
• Onderlinge relatie

Intentie

Als de spanning oploopt, gaat het vaak niet om de inhoud op zich maar eerder over de relatie. Niet wat je zegt, maar waarom men denkt dat je het zegt. Bij weerstand in het gesprek kan het daarom helpen om je intentie duidelijk te maken door één: te zeggen wat je niet bedoelt en twee: onmiddellijk te volgen met wat je wél wil bekomen.

Tijdens de sessie hebben we hard geoefend én gelachen. En zijn nu klaar om ermee te experimenteren!